Natuurbeheerplannen – Een hot topic

2024/05/27
Deel dit op

Vlaanderen bestaat momenteel voor ruim 70% uit open ruimte. Deze open ruimte staat meer en meer onder druk en lijkt jaar na jaar af te nemen. Grond wordt schaars, prijzen swingen de pan uit, … Het moet niet gezegd worden dat dit uiteraard leid tot de nodige discussies tussen de verschillende open ruimte gebruikers.

In de afgelopen periode kwam ook het instrument ‘natuurbeheerplan’ in het oog van de storm terecht. Vooral het globale kader, wat een visie geeft op de gewenste natuurontwikkeling in een ruimere omgeving, zorgt steevast voor de nodige onrust bij onder meer de eigenaars van de ‘ingekleurde’ grond. Begrijpelijk of toch een storm in een glas water?

Het globaal kader betreft eigenlijk louter een visie, waarmee natuurorganisaties hun langetermijnvisie kenbaar maken. Zolang de betreffende grond niet in het bezit is van de betreffende
natuurorganisatie, kan het huidige gebruik zonder enige beperking gewoon verdergezet worden. Vooral landbouwers en landbouworganisaties blijken desondanks ongerust en laten van zich horen tijdens de publieke consultatie die verplicht plaatsvindt in het goedkeuringsproces van een natuurbeheerplan.

Waar ligt de oplossing?
(Overheids)middelen zijn beperkt. Dus als er kan samengewerkt worden om natuur te beheren kan dit een goede stap zijn om organisaties en mensen met elkaar te verbinden. Landbouwers kunnen zeker een rol spelen om bijvoorbeeld maai- en begrazingswerken in natuurgebieden voor hun rekening te nemen. In plaats van verdere polarisatie is er wellicht vooral meer nood aan het zoeken van mogelijkheden tot samenwerking.

Dergelijke samenwerking met landbouwers in natuurgebieden mag gerust vertrekken vanuit de vraag hoe ook de landbouwer beter kan worden van landschaps- en natuurbeherende activiteiten. Het zou niet slecht zijn dat hierbij ook natuurbeheerders zich gaan buigen over de vraag hoe landbouwers die kiezen voor een natuurinclusieve bedrijfsvoering aan een behoorlijk arbeidsinkomen kunnen geraken. Dit is immers de beste garantie opdat er landbouwers zullen zijn en blijven waarmee ook op de lange termijn een duurzame samenwerking tot stand kan komen.

Het aanbieden van lokale (landbouw)producten in bezoekerscentra, een correcte vergoeding voor het beheer van natuurgraslanden door lokale landbouwers, nadenken of ook in natuurgebieden bepaalde teelten een meerwaarde zouden kunnen hebben voor biodiversiteit; het zijn slechts enkele voorbeelden hoe dit zou kunnen.

Wanneer we bij de opmaak van natuurbeheerplannen parallel ook dat denkproces opstarten en hierbij ook landbouwers betrekken durven we te voorspellen dat het in vraag stellen van het globale kader niet meer de bovenhand haalt.

Wat kan je doen als gemeente?
De opmaak van een beleidsplan voor de open ruimte (Beleidsplan Ruimte) kan een eerste kader bieden om een duurzaam behoud en gebruik van de open ruimte na te kunnen streven. Als een gemeente erover kan waken dat het beleidsplan het resultaat is van een gedragen proces kunnen fricties bij het concreet invullen van maatschappelijke noden - bv. door via een natuurbeheerplan op het terrein een passend beheer in te stellen - wellicht beter vermeden worden.

Natuurlijk kan een gemeente tijdens de publieke consultatie ook zelf de vraag stellen hoe een beoogde visie of beheer, opgenomen in een natuurbeheerplan, ook kansen kan bieden aan
huidige/lokale gebruikers en landbouwers.

Wat kan Mieco-effect jou bieden?
Als u als gemeente voelt dat het opmaken van een natuurbeheerplan spanning of conflicten veroorzaakt tussen actoren binnen de open ruimte kan het nuttig zijn u te laten bijstaan door een onafhankelijke partij die:
- kennis heeft van de standpuntinnames van open ruimte gebruikers;
- kennis heeft van landbouw en natuur;
- partijen kan samenbrengen en kan helpen zoeken naar win-win oplossingen en perspectieven die zo goed mogelijk inspelen op eenieders noden en verwachtingen. 
Mieco-effect heeft hoger genoemde capaciteiten. Contacteer ons gerust als ‘redder in nood’.